+ 23 - 12 | § ¶beijing 2
Dadong Beijing cai restaurant martelt zijn eend nog handmatig, spuit water onder het vel en hangt het ondersteboven te drogen, waarna het wentelend boven een vuur van kersen of ander fruitboom hout langzaam geroosterd word. Het resultaat, dat gegeten word in kleine rijstpannenkoekjes en gefermenteerde bonensaus met lente-uitjes en komkommer, is dan ook werkelijk zinnenprikkelend.
De architecten van O.M.A. die werken aan het gigantische CCTV project in Beijing worden slecht betaald, zoals alle jonge architecten die zich voor de status verbinden aan prestigieuze bureau’s slecht betaald krijgen. Andre, van O.M.A. Beijing verhaalt dan ook uitvoerig over zijn pogingen om met het na het eten van Beijing duck meegenomen skelet van de verorberde vogel, een soep te trekken. Uren lang heeft hij de beenderen laten trekken, met toevoeging van een scala aan verse kruiden, daarna heeft hij het vocht in de ijskast geplaatst met het slimme idee om het vet te laten stollen, af te scheppen en het resterende vocht na toevoeging van wat slierten mie en verse groenten als verkwikkende soep te kunnen eten. Bijna in tranen verteld hij hoe, na bestudering van het goedje, bleek dat het geheel veranderd was in een bonk solide massa. Als anu verteld dat dit geen vet is maar de eigenlijke proteïnerijke soep, stort hij geheel in en drinkt in een teug zijn glas leeg en vertrekt onder schaamtevol gemompel.
+ 26 - 14 | § ¶Beijing 1
De meest efficiënte vorm van transport in Beijing is de taxi, ook niet duur, hooguit twee of drie Euro. Een probleem is wel dat tot nu toe geen enkele taxi chauffeur ook maar een woord Engels spreek, en mijn Chinees zich beperkt tot het zeggen van hallo, dag en dankjewel. Ook leest men geen westers alfabet, en ik vermoed dat menigeen zelfs geen Chinese tekens leest. Er is dan ook sprake van een geheel gebrek aan communicatie en de enige oplossing, als het laten zien van uit kranten en bladen gescheurd adres in het Chinees geen teken van herkenning oplevert, om iemand te bellen die de taal wel machtig is en de bestemming te laten doorgeven aan de chauffeur. Er is een campagne opgezet om alle 70 000 taxi chauffeurs voor de olympische spelen in 2008 een tot een basis kennis van de Engelse taal te verplichten. Dat kan nog erg grappig worden in 2008.
+ 20 - 24 | § ¶Beijing kunstklimaat
Ik bevind mij op dit moment in Beijing en overweeg om hier een tijdelijk atelier op te zetten. Het kunstklimaat is uiterst bruisend en boeiend en de Internationale aandacht is duidelijk gevestigd op ontwikkelingen hier. Er zijn in de afgelopen 10 jaar hele wijken ontstaan waar kunstenaars, vormgevers architecten en de kunsthandel zich verzamelen:
De Dasshanzi (798) wijk in Oost Beijing bestond uit een uitgestrekt fabriekscomplex voor militair optisch en elektronische hardware en is na langdurige leegstand, in 2001 verhuurd of verkocht aan een breed scala aan kunstinstellingen, restaurants, workshops, en ateliers. Een zelfde bestemmingsverandering vind plaats in de Gao Bei wijk. Daarnaast bestaat ook het ‘kunstenaarsdorp ’Songzhuang’ en de ‘architects playground’, waar 12 prominente Aziatische architecten een villa of folly gebouwd hebben naast een ontmoeting en workshop ruimte. In alle vernoemde ‘wijken’ zijn Westerse galeries of kunstinstellingen gevestigd.
+ 18 - 18 | § ¶ardeche augustus 2005
In de vallei van de vennen staat de zon hoog aan de hemel en kabbelen de riviertjes vredig voort. Gedurende een stevige wandeling kan men rijkelijk eten van onderweg geplukte rijpe vijgen, appels, druiven en peren. Tegen het vallen van de avond ( ‘Boem!!’zegt Arnar, ‘daar ligt ie’) is het vredig en stil, men kan een speld horen vallen, ware het niet dat er geen spelden te bekennen zijn, of het zouden naalden moeten zijn, uit een van de talrijke naaldbomen. Het is een oorverdovende stilte, zeker ’s nachts als het -maanloos- ook nog eens oogverblindend donker is. Als de wind opsteekt echter raast en jakkert het door de bomen, die, als men omhoog zou wensen te kijken, de gul schitterende sterrenhemel nauwelijks kunnen verhullen. Natuur hier is toch iets wonderschoons en ik ben duidelijk niet de enige Noordeling die de mening toegedaan is, want tijdens de stevige wandeling ‘gedurende welke men zich tegoed kan doen aan een keur aan wildgroeiende lekkernijen’ ziet men links en rechts de onlangs opgeknapte landerijen van tot wijnboer omgeschoolde Duitser of Medelander. Niet dat het erg is, maar ik meen mij te herinneren een jaar of twintig geleden door hetzelfde gebied gereden te hebben op D’n oude DNEPR (leeft het beestje nog?) en voornamelijk inboorlingen met alpinopetjes en baguettes onder de arm tegengekomen te zijn.
Traditiegetrouw ben ik voor dit uitstapje van alles en nog wat vergeten, maar niet mijn koffertje met pennen, Oost-indische inkt, kwasten, vulpotloden, aquarelblok en contékrijt, en, eveneens traditiegetrouw, heb ik die, naast het zakje met jogging schoenen en sportoutfit, weer ongebruikt mee teruggenomen. Wel heb ik een kilometer gezwommen, dat wil zeggen; veertig baantjes, al waren die baantjes beduidend korter -wat geweten mag worden aan de lengte van het zwembad- dan gebruikelijk.
Ik had een rubber bootje aangeschaft om de woeste wateren van de Chazzesac mee af te kunnen zakken, en het doosje waarin de boot -nog onuitgepakt- opgevouwen zat, ’s nachts buiten laten staan. Tot onze grote verbazing en hilariteit had een beest met een aanzienlijke stoelgang, vermoedelijk een hond, ergens in de nacht, gemeend er een grote drol bovenop te moeten deponeren, wat toch een onhandig en ongebruikelijk karwij geweest moet zijn voor het beestje. Misschien een hond met rubberfetish.